Geen producten (0)

Märklin 39126 Serie E 10.12 Electrische locomotief

€ 399,00
Op voorraad
Specificaties
EAN code 4001883391267
Productcode leverancier 39126
Schaal H0 (1:87)
Aansturing Digitaal
Staat Gebruikt
Omschrijving

Märklin 39126 Serie E 10.12 Electrische locomotief 

MHI Model

Electrische locomotief serie E 10.12 van de Deutsche Bundesbahn (DB). Sneltreinlocomotief met aerodynamisch front (Bügelfalte, persplooi), hoogvermogendraaistellen en frontschort. Kleurstelling in kobaltblauw/beige als treklocomotief voor de legendarische Rheinpfeil. Bedrijfsnummer E 10 1267. Zoals in gebruik rond 1963.

Model: Met digitale decoder mfx+ en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogenaandrijving centraal ingebouwd. Vier aangedreven assen. Antislipbanden. Met de rijrichting wisselend driepuntsfrontsein en 2 rode sluitseinen in conventioneel bedrijf, digitaal schakelbaar. Frontseinen aan loczijde 2 en 1 elk afzonderlijk digitaal uitschakelbaar. Wanneer het frontsein aan beide zijden van de loc is uitgeschakeld, is aan weerszijden de dubbele A-verlichting ingeschakeld. Machinistencabineverlichting digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsvrije warmwitte resp. rode ledlampjes. Stroomafnemer als digitale functie afzonderlijk op en neer beweegbaar. Gemonteerde metalen handgrepen. Remslangen, schroefkoppeling en een gesloten frontschort worden meegeleverd. Machinistfiguur in machinistencabine 1. Lengte over de buffers ca. 18,9 cm.

Highlights
  • Bügelfalte voor het eerst met digitaal op en neer beweegbare stroomafnemers en machinistencabineverlichting.
  • Machinistencabineverlichting digitaal schakelbaar.
  • Digitale decoder mfx+ met uitgebreide licht- en geluidsfuncties.
Grootbedrijf

39126 – “Rheinpfeil“ met elektroloc E 10.12 Om te voldoen aan de enorme vraag van reizigers naar de in mei 1951 door de Deutsche Bundesbahn weer in het leven geroepen “Rheingold-Express“ (Hoek van Holland - Bazel), voerde de DB al in 1952 een hoogwaardige tweede dagtrein door het schilderachtige Rijndal in: de F 21/22 “Rhein-Pfeil“ tussen München en Dortmund. Maar de naam “Rhein-Pfeil“ hield slechts een jaar stand. Pas in de zomerdienstregeling van 1958 dook de naam weer op, nu als F 21/22 “Rheinpfeil“ op hetzelfde traject als voorheen. Een bekende auteur omschreef het als volgt: “Rheingold en Rheinpfeil zijn, om in familietermen te praten, broers en de Loreley is hun nichtje.“ Om de vroegere luxe te kunnen bieden, besloot de DB in 1960 om exclusieve en uiterst comfortabele rijtuigen voor deze “Rheingold“ en overeenkomstige “Rheinpfeil” te bouwen. Enthousiast kondigde het bedrijf in 1962 zijn toekomstige topaanbod aan: “Een grote naam in het Europese spoorwegbedrijf krijgt een hele nieuwe glans.” Voor de twee prestigetreinen kocht de DB vier nieuwe rijtuigtypes. Naast de van normale sneltreinen bekende coupérijtuigen met zijgang (type Av4üm-62/63) was er voor het langeafstandsverkeer nu voor het eerst een doorgaande coupé (type Ap4üm-62/63). Heel bijzonder waren de panoramarijtuigen (dome cars - type AD4üm-62/63), waarvan de verhoogde, van boven tot onder van glas voorziene observatieplatforms de reizigers vrij zicht op het geweldige landschap boden. Hier en in de doorgaande coupés konden de stoelen worden gedraaid, zodat de reizigers altijd met hun gezicht in de rijrichting konden zitten. Met drankjes en kleine snacks nodigde de bar in het panoramarijtuig uit om lekker te blijven zitten. Zakenreizigers konden in het schrijfcoupé kun opdrachten laten uitvoeren. De nieuwe restauratierijtuigen (type WR4üm-62/63) hadden een dubbeldeks bedrijfsgedeelte, dat hen al snel de bijnaam “Buckelspeisewagen” (gebocheld restauratierijtuig) opleverde. Dubbeldeks om meer plaatsen in de restauratieruimte onder te kunnen brengen. Voor aangename temperaturen in de wagen zorgden de met goud gecoate ruiten en uiteraard de klimaatregeling. Locs en rijtuigen waren van buiten gemakkelijk te herkennen aan de chique, tweekleurige lak, met kobaltblauwe balustrade en beige vensterband. Bovendien prijkte onder het observatieplatform van de twee voor de Rheinpfeil verworven rijtuigen het opschrift “DEUTSCHE BUNDESBAHN“ in gouden letters. Zowel de “Rheingold“ als de “Rheinpfeil“ konden nu vanwege de voortschrijdende elektrificatie op het Duitse grondgebied door elektrische locomotieven worden getrokken. Als trekloc koos de DB voor een gewijzigde uitvoering van de inmiddels beproefde E 10, die van een nieuwe, meer aerodynamische opbouw (“Bügelfalten"-E 10) moest worden voorzien. Omdat de eerste van deze voertuigen op zijn vroegst pas in de herfst van 1962 beschikbaar zouden zijn, gebruikte men in eerste instantie machines in de blokvormige standaardconstructie met aangepaste aandrijvingen voor 160 km/h. In 1963/64 waren de voor 160 km/h voorziene “Bügelfalten“-E 10 (persplooien) allemaal beschikbaar.

Totale programma 2021/2022

Nieuwstaat!

 

Wij maken gebruik van cookies om onze website te verbeteren, om het verkeer op de website te analyseren, om de website naar behoren te laten werken en voor de koppeling met social media. Door op Ja te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacy- en cookieverklaring.